
Afscheid nemen. De andere kant van de medaille. Je zou denken dat ik inmiddels goed in ben, maar niets is minder waar. In een film laat ik geen traan, behalve als het zover komt. Zodra er ook maar enig moment van afscheid nemen komt, dan rollen ze en zit ik met een dikke keel te doen alsof het wel mee valt.
Zelf afscheid nemen kan me net zo zwaar vallen. En tegelijkertijd ligt het in conflict met mijn drang naar vrijheid, naar los zijn. Het een gaat niet zonder het ander. Met het gevolg dat ik cool lijk maar bijna niet kan slikken.
Wat is dat toch, waarom raakt het me zo? De gedachte dat het misschien de laatste keer is dat ik degene zie is er eentje. Als ik degene ben die gaat, meestal dus, komt schuldgevoel ook voorbij. Wat doe ik ze aan? En tegelijk, wat een arrogantie om dat te denken, dat ik ze iets aan doe door te gaan. Want ik weet ook wel dat na een paar uur, of tenminste de volgende dag, de emotie al iets gezakt is en het leven zich herpakt. Zonder mij. Natuurlijk ook zonder mij.
De brok in mijn keel zegt me dat ik er juist aandacht voor moet hebben, het verstikt me dan letterlijk. Zelfstandig zijn, anders dan anderen, niet te vangen, uit het gareel, de glimmende buitenkant van een dappere vrouw. Sinds ik mijn gevoelens onder ogen kom wordt het mij steeds duidelijker dat het in balans hoort te zijn. Als het een de aandacht krijgt, dan ook het ander. Dus niks niet alleen maar stoer de wereld in kijken, het pluisje in mij kijkt tegenwoordig mee.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi he, gevoel, soms werkt het mee, sons werkt het tegen, maar zoals je zegt, het is er altijd! X