Sprookjesboek
En zo toeren we elke dag een stukje verder, muziekje op, prachtige omgeving, kronkelige wegen en af en toe eruit voor iets moois. We eindigen zo’n rit in O Cebreiro, op 1300 meter hoogte. Ik heb hier doorheen gelopen met de camino en wilde er graag naar terug. Het dorpje, of meer het gehucht, bestaat uit leistenen huizen met rieten daken. Sommige van de huizen, en dat is hier bijzonder, zien eruit als een plaggenhut, maar dan van leisteen. Laag, rond, weinig muur en veel dak. Hier woonden ze samen met het vee. Nu is het dorp een soort openluchtmuseum en volledig gewijdt aan de camino lopers. Die lopers hebben er dan net een behoorlijke klim opzitten, worden boven verwelkomd door een (beetje valse) doedelzakspeler en ploffen op het terras neer of vergapen zich aan het mooie dorp. Sommige lopen door, sommige blijven slapen. Wij slapen er ook, net erbuiten, op een prachtig veld met picknickbanken en uitzicht zo ver als je kan kijken. Hier staan we goed, helemaal omdat Spanje twee dagen hitte te verduren krijgt. Beneden wordt het tegen de 40 graden, maar hier een behaaglijke 30 en een koele nacht. Dat is nou eens een kwestie van een goede timing. We zijn niet de enige, een stuk of 12 campers staan er ook en er heerst een gemoedelijk sfeertje. De buren spelen een spelletje yahtzee, een fransman ligt in een hangmat, een hond ligt tevreden onder de boom en ik krijg een voetmassage.
Maak jouw eigen website met JouwWeb